Locaalspoor- en Tramwegwet
Artikel 1
1
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat bepaalt, welke spoorwegen in de zin dezer wet als locaalspoorwegen, welke als stadsspoorwegen en welke als tramwegen worden beschouwd.
2
Als tramwegen beschouwde spoorwegen, welke alleen voor vervoer van goederen bestemd zijn, kunnen door Onzen Minister voornoemd, bestuurders van den spoorwegdienst gehoord, ten deele met locaalspoorwegen worden gelijkgesteld.
3
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Spoorwegwet: Spoorwegwet 1875.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.